Wanneer u tot een conclusie komt door gegevens te koppelen aan informatie die u al kent, bent u aan het redeneren , met name door deductief redeneren te gebruiken of inductief redeneren , afhankelijk van de aanpak.
* Deductieve redenering: Je begint met algemene principes of uitgangspunten (informatie die je al kent) en past deze toe op specifieke gegevens om tot een logisch bepaalde conclusie te komen. Als de premissen waar zijn, *moet* de conclusie ook waar zijn.
* Inductief redeneren: Je begint met specifieke gegevens en observaties en gebruikt deze om een algemene conclusie te vormen. De conclusie is waarschijnlijk, maar niet gegarandeerd, waar. Het is een proces van generalisatie.
In beide gevallen gebruik je je bestaande kennis (informatie) als raamwerk om nieuwe gegevens te interpreteren en te begrijpen, wat tot een conclusie leidt. Dit is een fundamenteel aspect van kritisch denken en probleemoplossing. |