In grafische weergave is een ogief (uitgesproken als "o'-jive") een cumulatieve frequentiepolygoon. Het is een lijngrafiek die de cumulatieve frequentie (lopend totaal) van gegevenswaarden weergeeft, uitgezet tegen de bovenste klassegrens van elk klasseninterval. In eenvoudiger bewoordingen wordt het totale aantal gegevenspunten weergegeven dat op of onder een bepaalde waarde valt.
Dit is wat een ogive uniek maakt:
* Cumulatieve frequentie: Het toont niet alleen de frequentie van elk individueel datapunt of interval, maar eerder het *totale* aantal datapunten tot een bepaald punt.
* Lijngrafiek: Het wordt weergegeven als een lijngrafiek, en niet als een staafdiagram zoals een histogram.
* Grenzen voor hogere klassen: De x-as vertegenwoordigt de bovengrens van elk klasseninterval (of de waarde zelf als er geen intervallen zijn).
* Cumulatieve frequentie: De y-as vertegenwoordigt de cumulatieve frequentie.
Ogive-grafieken zijn nuttig voor:
* Snel de cumulatieve frequentie visualiseren: Ze geven een duidelijk beeld van de accumulatie van de verdeling.
* Percentielen en medianen schatten: U kunt de mediaan (50e percentiel) en andere percentielen eenvoudig rechtstreeks vanuit de grafiek schatten.
* Verdelingen vergelijken: Er kunnen meerdere ogives in dezelfde grafiek worden uitgezet om verschillende datasets te vergelijken.
Er zijn twee soorten ogiven:
* Minder dan cumulatieve frequentie: De lijn begint vanaf de ondergrens van de eerste klasse en loopt naar rechts toe.
* Meer dan cumulatief frequentiebereik: De lijn begint vanaf de bovengrens van de laatste klasse en neemt af naar links.
Kortom, een ogive is een krachtig visueel hulpmiddel om de cumulatieve distributie van gegevens te begrijpen. |