De woorden die een programmeertaal voor zijn eigen gebruik is trefwoorden genoemd of gereserveerde woorden .
Dit is waarom:
* Speciale betekenis: Deze woorden hebben een vooraf gedefinieerde betekenis binnen de syntaxis van de taal en worden gebruikt om specifieke taalconstructies te identificeren.
* niet voor jou (meestal): Over het algemeen kunt u deze woorden over het algemeen niet gebruiken als namen voor uw eigen variabelen, functies of andere identificaties. Dit zou de tolk of compiler van de taal verwarren.
Voorbeelden:
Hier zijn enkele veel voorkomende zoekwoorden in veel programmeertalen (hoewel hun exacte vorm en betekenis kunnen variëren):
* Gegevenstypen: `int`,` float`, `string`,` boolean`, `char`
* Regelingsstroom: `if`,` else`, `while`,`, ', switch`, `case', 'break',` doorgaan '
* functies en methoden: `def`,` function`, `return`
* Objectgeoriënteerde programmering: `class`,` object`, `new`,` this`, `strekt ',' implementeert '
* Andere: `true`,` false`, `null`,` import`, `from`,` as`
belangrijke opmerkingen:
* Taalspecifiek: De lijst met trefwoorden is specifiek voor elke programmeertaal. Wat een trefwoord in de ene taal is, kan perfect bruikbaar zijn als een identificatie in een andere.
* Case-gevoeligheid: Veel talen zijn case-gevoelig, wat betekent dat `if` verschilt van` if` of `if`.
* Context is belangrijk: Sommige woorden kunnen alleen in bepaalde contexten trefwoorden zijn.
Laat het me weten als je de zoekwoorden van een specifieke programmeertaal wilt verkennen! |