Een netwerk wordt gedefinieerd door verschillende sleutelkenmerken. Als je zegt dat iets ‘een netwerk definieert’, betekent dit dat het een cruciaal element is, zonder dit element zou het geen netwerk zijn. Daarom definiëren de volgende elementen, afzonderlijk of in combinatie, een netwerk:
* Twee of meer onderling verbonden knooppunten: Dit is de fundamentele vereiste. Knooppunten kunnen computers, telefoons, servers, IoT-apparaten, enz. zijn. Een enkel apparaat is geen netwerk.
* Communicatielinks: Dit zijn de routes waarmee de knooppunten gegevens kunnen uitwisselen. Dit kunnen fysieke kabels zijn (zoals Ethernet), draadloze signalen (zoals Wi-Fi) of zelfs meer abstracte verbindingen (zoals in een peer-to-peer-netwerk).
* Een protocol of een reeks regels: Netwerken vereisen een gemeenschappelijke set regels (een protocol of protocollen) die bepalen hoe gegevens worden verzonden, ontvangen en geformatteerd. Dit zorgt voor consistente communicatie tussen knooppunten. Voorbeelden hiervan zijn TCP/IP, HTTP en vele andere.
Hoewel zaken als 'software', 'hardware' en 'data' *delen* van een netwerk zijn, *definiëren* ze het niet op zichzelf. Je zou software en hardware zonder netwerk kunnen hebben als ze niet met elkaar verbonden zijn en niet volgens een protocol communiceren. Gegevens bestaan onafhankelijk van een netwerk, hoewel een netwerk de overdracht ervan vergemakkelijkt.
Daarom zijn de belangrijkste kenmerken de onderlinge verbinding van knooppunten en het bestaan van communicatieverbindingen en protocollen . |