De netwerkconfiguratie waarmee elk knooppunt direct met elk ander knooppunt kan communiceren, wordt een volledig verbonden netwerk genoemd of een complete grafiek .
Dit is waarom:
* Directe communicatie: In een volledig verbonden netwerk heeft elk knooppunt een directe verbinding met elk ander knooppunt. Dit betekent dat er een speciaal pad is om gegevens tussen twee knooppunten te laten stromen zonder tussen de tussenliggende knooppunten te hoeven gaan.
* Geen centraal punt: Er is geen centraal storingspunt, omdat alle knooppunten rechtstreeks zijn aangesloten.
* Hoge bandbreedte: Elk knooppunt kan mogelijk tegelijkertijd met elk ander knooppunt communiceren, wat een hoge bandbreedtecapaciteit biedt.
Volledig verbonden netwerken zijn echter:
* duur: Ze vereisen een groot aantal verbindingen, wat kostbaar kan zijn om te implementeren.
* schaalbaarheidsproblemen: Naarmate het aantal knooppunten toeneemt, groeit het aantal benodigde verbindingen exponentieel, waardoor het onpraktisch is voor grote netwerken.
Voorbeelden van scenario's waarbij volledig verbonden netwerken kunnen worden gebruikt:
* Kleine, krachtige clusters: Voor taken die een zeer snelle gegevensoverdracht tussen een beperkt aantal knooppunten vereisen.
* Gespecialiseerde toepassingen: Zoals realtime simulaties waar lage latentie van cruciaal belang is.
Hoewel volledig verbonden netwerken het voordeel bieden van directe communicatie, maken hun kosten- en schaalbaarheidsbeperkingen vaak andere netwerktopologieën geschikt voor grotere netwerken. |