Banken gebruiken meestal een hybride netwerklay -out , het combineren van elementen van verschillende gemeenschappelijke netwerkarchitecturen om tegemoet te komen aan hun specifieke behoeften:
1. Client-server architectuur: Dit vormt de basis van de meeste banksystemen. Klanten (klanten, tellers, geldautomaten) Toegang tot diensten van gecentraliseerde servers. Dit zorgt voor robuuste beveiliging, gecentraliseerd gegevensbeheer en efficiënt gebruik van middelen.
2. Peer-to-peer (P2P) Netwerk: P2P -verbindingen worden gebruikt voor bepaalde taken, zoals het delen van gegevens tussen filialen of afdelingen. Het maakt directe communicatie tussen leeftijdsgenoten mogelijk, waardoor de centrale server wordt omzeild voor snellere gegevensoverdracht in specifieke scenario's.
3. Cloud computing: Veel banken gebruiken cloudservices voor infrastructuur, opslag en applicatiehosting. Dit biedt flexibiliteit, schaalbaarheid en kosteneffectiviteit, waardoor ze zich kunnen aanpassen aan fluctuerende workloads en hun IT-bronnen efficiënt kunnen beheren.
4. Wide Area Network (WAN): Een WAN verbindt verschillende takken en kantoren op geografische locaties. Dit zorgt voor veilige communicatie en gegevensuitwisseling tussen vestigingen, waardoor soepele bewerkingen en klantenservice worden vergemakkelijkt.
5. Local Area Network (LAN): Elk filiaal of kantoor heeft meestal een LAN om apparaten in zijn gebouwen te verbinden, inclusief werkstations, servers, printers en netwerkapparaten. Dit biedt snelle communicatie binnen de locatie.
6. Virtual Private Network (VPN): VPN's creëren veilige verbindingen voor externe toegang, zodat werknemers veilig van buiten het kantoor en klanten kunnen werken om veilig toegang te krijgen tot online bankdiensten.
Specifieke netwerkbeveiligingsmaatregelen:
* firewalls: Banken gebruiken firewalls om ongeautoriseerde toegang tot hun netwerk te blokkeren.
* Intrusion Detection Systems (IDS): IDS -systemen bewaken netwerkverkeer op verdachte activiteiten en waarschuwingsbeveiligingspersoneel.
* anti-virus- en anti-malware-software: Banken gebruiken sterke beveiligingssoftware om hun systemen te beschermen tegen kwaadaardige bedreigingen.
* Gegevenscodering: Gevoelige gegevens, zoals klantinformatie en financiële transacties, worden gecodeerd om deze te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang.
* Multi-factor authenticatie: Banken gebruiken multi-factor authenticatie (MFA) om gebruikersidentiteiten te verifiëren en ongeautoriseerde aanmeldingen te voorkomen.
Samenvattend gebruiken banken een complexe en gelaagde netwerklay -out die prioriteit geeft aan beveiliging, betrouwbaarheid en efficiëntie. Met deze hybride aanpak kunnen ze het enorme aantal transacties verwerken, gevoelige gegevens beschermen en naadloze klantenservice op verschillende locaties bieden. |