Het IP-adres wordt toegewezen via een proces dat doorgaans een of meer van de volgende zaken omvat:
* DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol): Dit is de meest gebruikelijke methode. Een DHCP-server is een speciale server in een netwerk die automatisch IP-adressen, subnetmaskers, standaardgateways en andere netwerkconfiguratieparameters toewijst aan apparaten wanneer deze verbinding maken met het netwerk. Het beheert een pool van IP-adressen en verhuurt deze dynamisch. Wanneer een apparaat het netwerk niet langer gebruikt, wordt het IP-adres weer vrijgegeven aan de pool voor hergebruik.
* Statische IP-adresconfiguratie: In sommige gevallen wijst een beheerder handmatig een statisch IP-adres toe aan een apparaat. Dit wordt vaak gedaan voor servers of apparaten die een consistent voorspelbaar IP-adres nodig hebben.
* Router: Thuisrouters fungeren vaak als DHCP-servers en wijzen IP-adressen toe aan apparaten die erop zijn aangesloten.
* ISP (internetprovider): In sommige scenario's, vooral bij kleinere netwerken, kan een ISP een openbaar IP-adres aan een apparaat toewijzen, hoewel dit doorgaans gebeurt in combinatie met een DHCP-server binnen het netwerk van de gebruiker.
Kortom, hoewel bij het *proces* op de een of andere manier de router of ISP betrokken kan zijn, is het meestal een DHCP-server die feitelijk het IP-adres aan de individuele computer geeft. |