Het internetmodel is een vereenvoudigde weergave van het TCP/IP -model, dat de basis is van internet. Het bestaat uit vijf lagen:
1. Toepassingslaag: Deze laag is verantwoordelijk voor het leveren van services aan gebruikers. Het behandelt interacties tussen applicaties, zoals webbrowsers, e -mailclients en programma's voor bestandsoverdracht. Voorbeelden zijn:
* http (hypertext transfer protocol): Gebruikt voor het overbrengen van webpagina's en andere webinhoud.
* SMTP (Simple Mail Transfer Protocol): Gebruikt voor het verzenden en ontvangen van e -mail.
* ftp (bestandsoverdrachtsprotocol): Gebruikt voor het overbrengen van bestanden tussen computers.
* dns (domeinnaamsysteem): Vertaalt mens-leesbare domeinnamen in IP-adressen.
2. Transportlaag: Deze laag zorgt voor betrouwbare gegevensafgifte tussen applicaties. Het behandelt segmentatie, foutcontrole en stroomregeling. Voorbeelden zijn:
* TCP (transmissiecontroleprotocol): Biedt een betrouwbare, verbindingsgerichte service voor gegevensoverdracht.
* udp (User Datagram Protocol): Biedt een verbindingsloze, onbetrouwbare service voor gegevensoverdracht.
3. Netwerklaag: Deze laag is verantwoordelijk voor het routeren van datapakketten in het netwerk. Het maakt gebruik van IP -adressen om apparaten op het netwerk te identificeren en te vinden. Voorbeelden zijn:
* IP (internetprotocol): Definieert het formaat van datapakketten en verwerkt hun routing.
* ICMP (Internet Control Message Protocol): Gebruikt voor foutrapportage en netwerkdiagnostiek.
4. Gegevenslinklaag: Deze laag behandelt gegevensoverdracht tussen apparaten op hetzelfde lokale netwerk. Het definieert het formaat van frames en beheert toegang tot het fysieke medium. Voorbeelden zijn:
* Ethernet: Een gemeenschappelijk protocol voor lokale netwerken.
* wi-fi: Een draadloos protocol voor het aansluiten van apparaten met een netwerk.
5. Fysieke laag: Deze laag is verantwoordelijk voor de fysieke overdracht van gegevens via het netwerkmedium. Het definieert de elektrische, mechanische en procedurele specificaties voor het verbinden van apparaten. Voorbeelden zijn:
* Twisted Pair -kabel: Een type kabel dat wordt gebruikt voor netwerkverbindingen.
* glasvezelkabel: Een type kabel dat licht gebruikt om gegevens te verzenden.
Het is belangrijk op te merken dat het internetmodel een conceptueel model is en dat de daadwerkelijke implementatie van netwerkprotocollen complexer kan zijn. Het biedt echter een nuttig kader voor het begrijpen van de verschillende functionaliteiten van internet en hoe gegevens erdoorheen stroomt. |