1. Controleer de pin-out van de seriële poort. Aan het DCE-uiteinde van een seriële poort zijn pennen 2 en 3 verbonden met respectievelijk de zend- (TXD) en ontvangstlijnen (RXD). Aan het DTE-uiteinde van een seriële poort zijn pennen 2 en 3 verbonden met respectievelijk de ontvangst- (RXD) en zendlijnen (TXD).
2. Gebruik een multimeter om de spanning op de pinnen van de seriële poort te testen. Het DCE-uiteinde van een seriële poort heeft een spanning van -12V op pin 2 en +12V op pin 3. Het DTE-uiteinde van een seriële poort heeft een spanning van +5V op pin 2 en -5V op pin 3.
3. Gebruik een diagnostisch hulpmiddel om het type seriële poort te identificeren. Er zijn een aantal diagnostische hulpmiddelen die kunnen worden gebruikt om het type seriële poort te identificeren. Deze tools sturen doorgaans een reeks opdrachten naar de seriële poort en analyseren vervolgens de reacties om het poorttype te bepalen. |