Communicatieprotocollen hebben doorgaans niet exact *zes* gedefinieerde functies waarover universeel overeenstemming bestaat. Het aantal en de categorisering variëren afhankelijk van de bron en het detailniveau. We kunnen cruciale functies echter groeperen onder zes rubrieken die de meest essentiële aspecten omvatten:
1. Inlijsten: Dit omvat het structureren van de gegevens in discrete eenheden (frames of pakketten). Het definieert het begin en einde van een bericht, waardoor de ontvanger de gegevens correct kan identificeren en interpreteren. Dit omvat zaken als het toevoegen van headers en trailers met adressering, foutdetectie en volgorde-informatie.
2. Adressering: Protocollen bepalen hoe de zender en ontvanger moeten worden aangesproken. Dit zorgt ervoor dat het bericht de beoogde bestemming bereikt tussen veel potentiële ontvangers op een netwerk (bijvoorbeeld IP-adressen, MAC-adressen).
3. Foutdetectie en -correctie: Protocollen omvatten mechanismen om fouten te detecteren die tijdens de verzending worden geïntroduceerd (bijvoorbeeld controlesommen, pariteitsbits). Sommige protocollen bieden ook mogelijkheden voor foutcorrectie om gedetecteerde fouten te herstellen zonder opnieuw te verzenden.
4. Stroomcontrole: Hierdoor wordt de snelheid van de gegevensoverdracht beheerd om te voorkomen dat de ontvanger wordt overspoeld met gegevens die hij niet snel genoeg kan verwerken. Het zorgt voor efficiënte en betrouwbare communicatie door de output van de zender af te stemmen op de capaciteit van de ontvanger.
5. Volgorde: In scenario's waarin meerdere pakketten één bericht vormen, zorgt sequentiëring ervoor dat de ontvanger de pakketten in de juiste volgorde samenvoegt, zelfs als ze in de verkeerde volgorde aankomen als gevolg van netwerkvertragingen of variaties in transmissiepaden.
6. Synchronisatie: Dit gaat over het coördineren van de communicatie tussen zender en ontvanger, inclusief het tot stand brengen van een verbinding, het overeenkomen van parameters (zoals snelheid en dataformaat) en het netjes beëindigen van de verbinding. Het zorgt ervoor dat beide partijen tijdens het hele communicatieproces "op dezelfde pagina" staan.
Het is belangrijk op te merken dat deze functies elkaar vaak overlappen en onderling afhankelijk zijn. Eén enkel protocol kan meerdere mechanismen omvatten om deze doelen te bereiken. |