Veel besturingssystemen bevatten een standaard Telnet-client als onderdeel van hun standaardinstallatie of direct verkrijgbare pakketten. Het is meestal geen op zichzelf staand "Telnet Client"-programma, maar eerder een opdrachtregelhulpprogramma dat in het systeem is geïntegreerd.
Voorbeelden zijn onder meer:
* Vensters: Hoewel Telnet niet standaard is opgenomen in recente versies, is het beschikbaar als een optionele functie die kan worden toegevoegd via Windows-functies. Het is meestal toegankelijk via de opdracht `telnet` in de opdrachtprompt.
* macOS/Linux (de meeste distributies): Telnet is over het algemeen standaard inbegrepen en is opnieuw toegankelijk via het `telnet`-commando in de terminal. De exacte pakketnaam kan enigszins variëren, afhankelijk van de Linux-distributie (bijvoorbeeld `telnet` op Debian/Ubuntu, mogelijk een vergelijkbare naam in andere distributies).
* BSD-systemen: Net als Linux en macOS is Telnet vaak aanwezig als standaard opdrachtregelprogramma.
Het is belangrijk op te merken dat het gebruik van Telnet sterk afgeraden is voor alles behalve testen in veilige, gecontroleerde omgevingen vanwege het gebrek aan codering. Alle communicatie wordt in platte tekst verzonden, waardoor deze zeer kwetsbaar is voor afluisteren en man-in-the-middle-aanvallen. SSH is het geprefereerde en veilige alternatief voor externe toegang. |