De belangrijkste factoren die bepalen of een communicatiesysteem een Local Area Network (LAN) of een Wide Area Network (WAN) is, komen neer op geografische reikwijdte, eigendom en beheer:
1. Geografisch bereik:
* LAN: Bestrijkt een relatief klein geografisch gebied, doorgaans één gebouw, kantoor of campus. Het gebied is doorgaans zo beperkt dat het eigendom kan zijn van en beheerd kan worden door één enkele organisatie. Denk aan het netwerk van één kantoorgebouw.
* WAN: Omspant een veel groter geografisch gebied, mogelijk over steden, staten, landen of zelfs continenten. Dit vereist het gebruik van huurlijnen of openbare netwerken om verschillende locaties met elkaar te verbinden. Denk aan het netwerk van een bedrijf dat meerdere kantoren in het hele land met elkaar verbindt.
2. Eigendom en beheer:
* LAN: Meestal eigendom van en beheerd door één enkele organisatie. Dit zorgt voor meer controle over beveiliging, prestaties en onderhoud.
* WAN: Vaak zijn er meerdere organisaties of aanbieders betrokken. Verschillende delen van het netwerk kunnen eigendom zijn van en beheerd worden door verschillende entiteiten, wat leidt tot complexere beheer- en beveiligingsoverwegingen. Internetproviders (ISP's) beheren bijvoorbeeld delen van een WAN.
3. Transmissiemedia:
Hoewel het geen bepalend kenmerk is, hangt het type transmissiemedia vaak samen met LAN/WAN:
* LAN: Maakt doorgaans gebruik van snelle media zoals twisted-pair-bekabeling, glasvezel of draadloze technologieën (Wi-Fi) binnen een beperkt gebied. Deze zijn over het algemeen eigendom van en worden beheerd door de LAN-eigenaar.
* WAN: Is vaak afhankelijk van huurlijnen (bijvoorbeeld T1-, T3-lijnen), openbare netwerken (bijvoorbeeld internet) of satellietverbindingen, die langere afstanden bestrijken en waarbij vaak meerdere providers betrokken zijn.
4. Snelheid en latentie:
* LAN: Biedt over het algemeen hogere snelheden en lagere latentie vanwege de kleinere geografische reikwijdte en speciale verbindingen.
* WAN: Snelheden en latentie worden aanzienlijk beïnvloed door de afstand en het type verbinding dat wordt gebruikt. De latentie kan veel hoger zijn vanwege de langere afstanden die signalen moeten afleggen.
5. Topologie:
Hoewel het niet uitsluitend definiërend is, is de netwerktopologie doorgaans eenvoudiger in LAN's (bijvoorbeeld ster, bus, ring) vergeleken met de meer complexe en heterogene topologieën die vaak in WAN's worden aangetroffen.
Samenvattend:hoewel transmissiemedia en topologie suggestief kunnen zijn, zijn de belangrijkste onderscheidende factoren tussen LAN en WAN de geografische omvang van het netwerk en het eigendom en beheer verantwoordelijkheden. Een groot netwerk dat volledig eigendom is van en beheerd wordt door één enkele organisatie *zou* technisch gezien nog steeds een LAN kunnen zijn, maar dit komt zelden voor bij netwerken die grote afstanden bestrijken. De overgrote meerderheid van de netwerken die een groot geografisch gebied bestrijken, zijn WAN's. |