Een fysieke verbinding tussen twee switches via een hub wordt behandeld als een enkel botsingsdomein door RSTP (Rapid Spanning Tree Protocol). RSTP zou de hub niet als een afzonderlijke overbruggende entiteit erkennen. De poorten op de switches die op de hub zijn aangesloten, lijken alsof ze rechtstreeks met elkaar zijn verbonden en één enkel segment vormen.
Dit is waarom:
* Hubs zijn Layer 1-apparaten: Hubs opereren op de fysieke laag (laag 1) van het OSI-model. Ze zenden eenvoudigweg alle ontvangen gegevens uit naar alle aangesloten poorten. Ze hebben niet de intelligentie om deel te nemen aan protocollen op een hogere laag, zoals STP of RSTP.
* Collision-domein: De hub creëert een enkel botsingsdomein. Als twee apparaten op de hub tegelijkertijd zenden, ontstaat er een botsing. Deze botsing heeft invloed op alle apparaten die op de hub zijn aangesloten. RSTP werkt om lussen binnen een spanning tree te voorkomen, en is afhankelijk van de scheiding van botsingsdomeinen die door schakelaars wordt bereikt. Omdat de hub de botsingsdomeinen samenvouwt, wordt dit door de RSTP niet als afzonderlijke domeinen herkend.
* RSTP-perspectief: Vanuit het perspectief van RSTP zou de link tussen de switches (via de hub) verschijnen als een enkele, gedeelde link. Het protocol zou het hele segment als één segment behandelen. Het zou een rootpoort en aangewezen poorten in dit segment selecteren om lussen te voorkomen, net als bij een directe verbinding tussen switches. Maar de aanwezigheid van een hub heeft invloed op de prestaties als gevolg van botsingen.
Kortom, hoewel RSTP *kan* werken met een hub in het netwerk, is het zeer inefficiënt en wordt het over het algemeen als een slechte praktijk beschouwd. Door switches te gebruiken in plaats van hubs kan RSTP optimaal functioneren door botsingsdomeinen op de juiste manier te scheiden en een robuuster, efficiënter netwerk te creëren. |