De standaardvolgorde waarin een router naar opstartconfiguratie-informatie zoekt, volgt doorgaans deze volgorde:
1. Flash-geheugen: Dit is de primaire locatie waar de router zijn IOS (besturingssysteem) en het opstartconfiguratiebestand (meestal met de naam `config.text` of iets dergelijks) opslaat. Dit is meestal de eerste plaats waar de router kijkt.
2. TFTP-server: Als de router geen geldig configuratiebestand in het flashgeheugen kan vinden, kan hij proberen er een op te halen van een Trivial File Transfer Protocol (TFTP)-server. De router moet worden geconfigureerd met het IP-adres van de TFTP-server en de bestandsnaam. Dit is geconfigureerd als een terugvalmechanisme.
3. ROMMON (Bootstrap-modus): Als zowel flash als TFTP mislukken, start de router op in ROMMON, een minimaal besturingssysteem. Vanaf hier moet de gebruiker handmatig ingrijpen om een configuratiebestand te laden of andere herstelacties uit te voeren. Dit is een laatste redmiddel.
De exacte volgorde en het gedrag kunnen enigszins variëren, afhankelijk van de specifieke routerleverancier (Cisco, Juniper, enz.) en de IOS-versie. Het algemene principe blijft echter hetzelfde:flashgeheugen is de primaire bron, gevolgd door een TFTP-server als back-up, en tenslotte een handmatige interventie in ROMMON als al het andere faalt. |