Je gebruikt een router in plaats van een switch wanneer je verschillende netwerken met elkaar moet verbinden, niet alleen apparaten binnen hetzelfde netwerk. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen en waarom u de een boven de ander zou kiezen:
* De schakelaars werken op Layer 2 (Data Link Layer) van het OSI-model: Ze sturen gegevens door op basis van MAC-adressen. Beschouw ze als verkeersagenten binnen één buurt, die ervoor zorgen dat de gegevens bij het juiste huis (apparaat) in die buurt terechtkomen. Ze zijn snel en efficiënt voor lokale communicatie.
* Routers werken op Layer 3 (Netwerklaag) van het OSI-model: Ze sturen gegevens door op basis van IP-adressen. Beschouw ze als interstatelijke snelwegsystemen, die verkeer tussen verschillende buurten (netwerken) en zelfs steden (subnetten) routeren. Ze bepalen het beste pad voor gegevens om over verschillende netwerken te reizen.
Daarom heb je een router nodig als:
* Verbinding maken met internet: Uw internetverbinding thuis gebruikt een router om uw lokale netwerk (LAN) te verbinden met het netwerk (WAN) van uw ISP. Met een schakelaar alleen lukt dit niet.
* Meerdere netwerken verbinden: Als u twee afzonderlijke LAN's heeft (bijvoorbeeld één voor uw thuiskantoor en één voor gasten-Wi-Fi), is een router nodig om verbinding te maken en het verkeer daartussen te routeren.
* Netwerkadresvertaling (NAT) implementeren: Routers verwerken doorgaans NAT, waardoor meerdere apparaten op een particulier netwerk één openbaar IP-adres op internet kunnen delen. Dit is cruciaal voor thuisnetwerken.
* Subnetten: Routers maken efficiënte subnetten mogelijk, wat een betere netwerkorganisatie en -beheer mogelijk maakt, vooral in grotere netwerken.
Kortom:gebruik een schakelaar om apparaten *binnen* één netwerk te verbinden. Gebruik een router om *verschillende* netwerken met elkaar te verbinden. Veel internetgateways voor thuis combineren voor het gemak zowel een router als een switch in één apparaat. |