De componenten van een taakbalk (die doorgaans verwijst naar de Windows-taakbalk, maar soortgelijke concepten zijn van toepassing op andere besturingssystemen) omvatten doorgaans:
* Startknop: Start het Start-menu en biedt toegang tot apps, instellingen en systeemfuncties.
* Taakbalkknoppen: Deze vertegenwoordigen momenteel actieve applicaties. Als u op een knop klikt, wordt het bijbehorende toepassingsvenster op de voorgrond geplaatst. Ze tonen vaak een kleine voorbeeldafbeelding van de applicatie.
* Systeemvak (of meldingsgebied): Dit gebied bevindt zich uiterst rechts op de taakbalk en toont pictogrammen voor systeemtoepassingen en achtergrondprocessen, zoals volumeregeling, netwerkverbindingsstatus, klok en andere meldingen. Deze pictogrammen bieden meestal toegang tot een pop-upmenu met opties en instellingen die verband houden met het programma of de dienst.
* Zoekvak (in Windows 10 en 11): Een tekstvak waarmee gebruikers kunnen zoeken naar bestanden, apps, instellingen en webinhoud. (Kan in sommige configuraties in de Start-knop zijn geïntegreerd)
* Virtuele desktops-knop (in Windows 10 en 11): Hiermee kunnen gebruikers schakelen tussen verschillende virtuele desktops.
* Knop Taakweergave (in Windows 10 en 11): Toont een visuele weergave van alle geopende vensters en zorgt ervoor dat u eenvoudig hiertussen kunt schakelen. Vergelijkbaar in functie met de knop Virtuele bureaubladen, maar gericht op vensters binnen één bureaublad.
* Bureaubladknop weergeven (optioneel, vaak toegevoegd via tools of aanpassingen van derden): Een kleine knop om direct alle geopende vensters te minimaliseren en het bureaublad weer te geven.
Het exacte uiterlijk en de beschikbaarheid van deze componenten kan enigszins variëren, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de gebruikersaanpassing en de geïnstalleerde software. |