Twee taken die worden uitgevoerd door de besturingseenheid (CU) van een centrale verwerkingseenheid (CPU) zijn:
1. Ophaalinstructies: De CU haalt instructies één voor één uit het geheugen, gebaseerd op het adres van de programmateller.
2. Decodeerinstructies: De CU interpreteert de opgehaalde instructie en bepaalt welke bewerking moet worden uitgevoerd en welke gegevens nodig zijn. Dit omvat het identificeren van de opcode en operanden. |