De termen 'master' en 'slave' voor harde schijven zijn grotendeels achterhaald en mogen in moderne contexten niet worden gebruikt. Deze terminologie verwees naar een methode om meerdere IDE (Integrated Drive Electronics) harde schijven aan te sluiten op een enkele IDE-controller op een moederbord. De controller kon slechts twee apparaten tegelijk beheren, en de ene werd aangewezen als "master" en de andere als "slave" om de prioriteit en andere instellingen te bepalen.
Waarom het werd gedaan (historisch gezien):
* Meerdere opslagapparaten: Vóór SATA en andere meer geavanceerde interfaces was IDE de gebruikelijke manier om harde schijven aan te sluiten. Als u meer opslagruimte nodig heeft dan één enkele IDE-schijf kan bieden, gebruikt u twee schijven die op dezelfde controller zijn aangesloten met behulp van de master/slave-configuratie.
Waarom het niet meer wordt gedaan:
* SATA en andere verbeteringen: SATA (Serial ATA) en andere interfaces zoals SAS (Serial Attached SCSI) en NVMe (Non-Volatile Memory Express) hebben IDE vervangen. Deze interfaces maken geen gebruik van de master/slave-configuratie. Elke schijf wordt rechtstreeks op zijn eigen controller of poort aangesloten, waardoor deze verouderde methode niet meer nodig is.
* Verbeterd BIOS/UEFI: Moderne BIOS- en UEFI-firmware verwerken automatisch meerdere opslagapparaten zonder dat handmatige configuratie als master/slave nodig is.
* Complexiteit en potentiële conflicten: De master/slave-configuratie kan leiden tot configuratieproblemen en conflicten als deze niet correct wordt ingesteld. Moderne interfaces zijn veel eenvoudiger en betrouwbaarder.
Kortom, hoewel de termen "master" en "slave" in het verleden relevant waren voor het beheer van meerdere IDE-schijven, zijn ze volkomen irrelevant voor moderne computersystemen. U sluit uw harde schijven eenvoudigweg aan op beschikbare SATA-poorten (of andere interfaces) en het systeem verwerkt ze automatisch. |