De specifieke opdrachten om de configuratie van de netwerklaag (Laag 3) in Windows weer te geven, zijn enigszins afhankelijk van de versie van Windows en of u geïnteresseerd bent in IPv4 of IPv6, maar hier zijn enkele belangrijke opties:
Voor IPv4:
* `ipconfig /all`: Dit is de meest uitgebreide opdracht. Het toont een schat aan informatie, waaronder:
* IP-adres: Het toegewezen IP-adres van uw computer.
* Subnetmasker: Het subnetmasker dat uw netwerksegment definieert.
* Standaardgateway: Het IP-adres van de router dat uw computer gebruikt om toegang te krijgen tot netwerken buiten uw lokale subnet.
* DNS-servers: De IP-adressen van DNS-servers die worden gebruikt om domeinnamen om te zetten.
* Fysieke adressen (MAC-adressen): Het MAC-adres van uw netwerkadapter.
* DHCP-serverinformatie: Details over uw DHCP-server (als DHCP wordt gebruikt).
* `netsh-interface ipv4 show config`: Deze opdracht biedt een meer gestructureerde weergave van de IPv4-configuratie voor elke netwerkinterface.
* `routeafdruk`: Met deze opdracht wordt uw routeringstabel weergegeven, waarin wordt aangegeven hoe uw computer verkeer naar verschillende netwerken routeert. Het is van cruciaal belang voor het begrijpen van netwerkpaden.
Voor IPv6:
* `ipconfig /all`: Zoals hierboven vermeld, toont dit ook IPv6-informatie, inclusief IPv6-adressen, subnetvoorvoegsels, standaardgateways en DNS-servers.
* `netsh-interface ipv6 show config`: Hierdoor krijgt u per interface een gestructureerd overzicht van uw IPv6-configuratie.
Voor zowel IPv4 als IPv6 (samengevat):
* `ipconfig` (zonder `/all`): Dit toont een basisoverzicht van uw IP-adressen (zowel IPv4 als IPv6 indien geconfigureerd) en subnetmaskers, wat handig is voor een snelle controle.
Belangrijke overwegingen:
* Beheerderrechten: Voor volledige toegang tot netwerkconfiguratie-informatie moet u deze opdrachten mogelijk uitvoeren met beheerdersrechten (klik met de rechtermuisknop op de opdrachtprompt en selecteer "Als administrator uitvoeren").
* Meerdere netwerkadapters: Als uw computer meerdere netwerkadapters heeft (bijvoorbeeld Wi-Fi en Ethernet), toont de uitvoer informatie voor elke adapter.
* Virtuele machines: Als u een virtuele machine (VM) gebruikt, weerspiegelt de uitvoer de netwerkconfiguratie van de VM, niet noodzakelijkerwijs die van de hostmachine.
Door deze opdrachten te gebruiken, krijgt u een duidelijk beeld van de configuratie van de netwerklaag van uw computer, waarbij de IP-adressen, subnetmaskers, gateways en andere essentiële netwerkparameters worden geïdentificeerd. Vergeet niet om de opdrachten te kiezen die het beste passen bij uw specifieke behoeften en het gewenste detailniveau. |