Een typisch netwerkframe bevat:
* Bestemming MAC-adres: Het fysieke adres van het ontvangende apparaat.
* Bron MAC-adres: Het fysieke adres van het verzendende apparaat.
* Gegevens: De daadwerkelijke payload die wordt verzonden (dit kan een volledig IP-pakket zijn, of een deel van één).
* Frame Check Sequence (FCS) / Cyclische Redundantie Check (CRC): Een foutdetectiecode die wordt gebruikt om de integriteit van de gegevens te verifiëren.
Hoewel er andere velden kunnen bestaan, afhankelijk van de specifieke netwerktechnologie (bijvoorbeeld VLAN-tags in Ethernet), zijn de bovenstaande vier aanwezig in vrijwel alle netwerkframes. Daarom concentreert de beste beschrijving zich op deze kerncomponenten. |