Een device driver API (Application Programming Interface) is een reeks functies en datastructuren waarmee een besturingssysteem (OS) of andere software kan communiceren met een specifiek hardwareapparaat. Het fungeert als tussenpersoon en vertaalt verzoeken op hoog niveau van het besturingssysteem naar opdrachten op laag niveau die door de hardware worden begrepen, en omgekeerd, waarbij hardwarereacties worden vertaald naar informatie die het besturingssysteem kan gebruiken.
Zie het als volgt:uw besturingssysteem wil iets naar uw printer afdrukken. Het communiceert niet rechtstreeks met de elektronica van de printer. In plaats daarvan gebruikt het de API van het printerstuurprogramma. De API neemt de afdruktaak (verzoek op hoog niveau), converteert deze naar de specifieke opdrachten die de printer begrijpt (opdrachten op laag niveau), stuurt deze opdrachten naar de printer en rapporteert vervolgens aan het besturingssysteem over het succes of falen van de bewerking.
Belangrijkste kenmerken van een apparaatstuurprogramma-API:
* Hardwarespecifiek: Elk apparaat (printer, grafische kaart, netwerkadapter, enz.) heeft doorgaans een eigen stuurprogramma en API nodig, omdat deze anders communiceren.
* OS-specifiek: De manier waarop een stuurprogramma met het besturingssysteem samenwerkt, varieert ook afhankelijk van het besturingssysteem (Windows, Linux, macOS, enz.). Een stuurprogramma dat voor Windows is geschreven, werkt zonder aanzienlijke wijzigingen niet op Linux.
* Abstractie: De API verbergt de complexe details van de hardware voor het besturingssysteem en de applicatiesoftware. Ontwikkelaars hoeven de fijne kneepjes van de hardware niet te kennen om deze te kunnen gebruiken; ze communiceren gewoon met de API.
* Standaardisatie (tot op zekere hoogte): Hoewel elk apparaat uniek is, bestaan er enkele standaardisatie-inspanningen, zoals het kerneldrivermodel in Linux (bijvoorbeeld met behulp van karakterapparaten, blokapparaten) of Windows Driver Model (WDM). Dit maakt het eenvoudiger om stuurprogramma's te schrijven voor verschillende apparaten binnen hetzelfde besturingssysteem.
* Functies: Veel voorkomende API-functies zijn onder meer:
* Initialisatie: Communicatie met het apparaat instellen.
* Invoer/uitvoer (I/O): Commando's verzenden en gegevens ontvangen.
* Onderbrekingsafhandeling: Reageren op gebeurtenissen vanaf het apparaat.
* Foutafhandeling: Het beheren van problemen en het rapporteren ervan.
Samenvattend is de device driver API een cruciaal onderdeel dat de naadloze integratie van hardware in een computersysteem mogelijk maakt. Het biedt een gecontroleerde en gestandaardiseerde interface, waarbij de complexiteit van hardware-interactie wordt geabstraheerd van de software. |