Het is onmogelijk om een enkele uitvinder te lokaliseren voor inputapparaten, omdat hun ontwikkeling een geleidelijk proces is geweest waarbij talloze individuen en bijdragen in de loop van de eeuwen zijn betrokken. Hier is een uitsplitsing van belangrijke momenten en betrokken mensen:
Vroeg begin:
* The Abacus (oude Mesopotamië/China): Deze vroege teltool vertegenwoordigt een fundamenteel concept van input, waardoor gebruikers fysieke objecten (kralen) kunnen manipuleren om getallen weer te geven.
* Vroege schrijfsystemen: Hierogliefen, spijkerschrift en andere oude schrijfsystemen gebruikte hulpmiddelen zoals stylussen en borstels om informatie op oppervlakken in te voeren.
Mechanische tijdperk:
* The Jacquard Loom (1801, Joseph Marie Jacquard): Dit weefgetouw gebruikte geslagen kaarten om het weefproces te regelen en markeerde een belangrijke stap in de richting van programmeerbare invoer.
* The Telegraph (1837, Samuel Morse): Hoewel in de eerste plaats een communicatie -apparaat, vertrouwde de telegraaf op de invoer van de gebruiker via een sleutel om gecodeerde berichten te verzenden.
* The TeletypeWriter (1910s): Door deze vroege mechanische apparaten konden gebruikers tekst typen en elektronisch verzenden, waardoor de basis voor toetsenborden werd gelegd.
Elektronisch tijdperk:
* The Mouse (1964, Douglas Engelbart): De muis heeft een revolutie teweeggebracht in computerinvoer door een directe en intuïtieve manier te bieden om te interageren met grafische interfaces.
* The Touchscreen (1965, E.A. Johnson): Met deze technologie konden gebruikers communiceren met computers door het scherm rechtstreeks aan te raken, de weg vrij te maken voor moderne smartphones en tablets.
* Het toetsenbord (1968, IBM): Het eerste toetsenbord ontworpen voor personal computers werd de standaard voor tekstinvoer.
Moderne ontwikkelingen:
* spraakherkenning (1960s): Vroege pogingen tot stemherkenning maakten de weg vrij voor moderne stemassistenten zoals Siri en Alexa.
* gebaarherkenning (1980s): De ontwikkeling van camera's en sensoren zorgde voor de herkenning van handgebaren, wat leidde tot technologieën zoals Kinect.
voortdurende evolutie:
Input -apparaten evolueren voortdurend. Nieuwe technologieën zoals eye-tracking, interfaces voor hersen-computer en haptische feedback blijven nieuwe manieren verkennen voor mensen om met computers te communiceren.
Daarom is het onmogelijk om de uitvinding van input -apparaten aan een enkele persoon toe te schrijven. Het was een samenwerkingsinspanning van eeuwen en waarbij veel personen betrokken waren die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van elke component en innovatie. |