Interface -apparaten communiceren met de computer via invoer- en uitvoereenheden. Deze interfaces worden I/O -interfaces genoemd of input/output interfaces .
Hier is een uitsplitsing:
* Input -interface: Hiermee kunnen gegevens stromen van Een extern apparaat in de computer. Voorbeelden zijn:
* Toetsenbordinterface
* Muisinterface
* Scanner -interface
* Microfooninterface
* Uitvoerinterface: Hiermee kunnen gegevens stromen van De computer naar een extern apparaat. Voorbeelden zijn:
* Monitor -interface
* Printerinterface
* Luidsprekerinterface
Belangrijkste kenmerken van I/O -interfaces:
* Gegevensoverdracht: Ze verwerken de overdracht van gegevens tussen de computer en het apparaat.
* besturingssignalen: Ze beheren de stroom van gegevens en besturingssignalen.
* timing en synchronisatie: Ze zorgen ervoor dat gegevens op het juiste moment en in de juiste volgorde worden overgedragen.
* Foutdetectie en correctie: Ze kunnen mechanismen omvatten voor het detecteren en corrigeren van fouten tijdens gegevensoverdracht.
Ik hoop dat deze uitleg verduidelijkt! |