1. Dubbelklik op het pictogram van de applicatie: Dit is de meest voorkomende methode. De meeste applicaties hebben een sneltoetsenpictogram op het bureaublad dat, wanneer het dubbelklikt is, het programma lanceert.
2. met het startmenu (of gelijkwaardig): Windows, MacOS en Linux hebben allemaal een startmenu of applicatie -launcher. U kunt zoeken naar de naam van de applicatie en deze selecteren om deze te starten.
3. met behulp van een sneltoets: Sommige toepassingen kunnen worden gelanceerd met een specifieke sneltoets (bijv. Ctrl+shift+a). Deze snelkoppeling moet worden geconfigureerd in de applicatie zelf of via het besturingssysteem.
4. met behulp van een snelkoppeling van de taakbalk/dock: Veel applicaties laten een pictogram achter op de taakbalk (Windows) of Dock (macOS) nadat ze zijn gelanceerd. Als u op dit pictogram klikt, wordt vaak een nieuw exemplaar van de applicatie gestart. |