De betrouwbare levering van gegevens in een netwerk hangt af van vier belangrijke aspecten:
1. Juistheid: De ontvangen gegevens moeten een exacte replica zijn van de verzonden gegevens. Dit betekent dat er tijdens de verzending geen bits mogen worden omgedraaid, verloren, gedupliceerd of ingevoegd. Foutdetectie- en correctiemechanismen (zoals checksums, CRC, FEC) zijn hierbij cruciaal.
2. Volledigheid: Alle verzonden data-eenheden moeten worden ontvangen. Er mogen geen pakketten verloren gaan tijdens het transport. Dit is afhankelijk van mechanismen zoals bevestigingen (ACK's), hertransmissies (bij niet-ontvangst van ACK's of detectie van verloren pakketten) en sequentiebepaling om de orde en volledigheid te garanderen.
3. Bestelling: Gegevenseenheden moeten aankomen in dezelfde volgorde waarin ze zijn verzonden. Levering buiten de juiste volgorde kan toepassingen verstoren (bijvoorbeeld een videostream met frames die niet op volgorde aankomen). Volgnummers en buffering zijn essentieel voor het bewaren van de orde.
4. Tijdigheid: Gegevens moeten binnen een acceptabel tijdsbestek arriveren. Hoewel 'aanvaardbaar' afhangt van de toepassing (realtime video vereist bijvoorbeeld een veel snellere levering dan e-mail), maken buitensporige vertragingen de gegevens onbetrouwbaar, zelfs als ze correct, volledig en in orde zijn. Technieken als flow control en efficiënte routing dragen bij aan tijdigheid. |