Randapparatuur wordt via verschillende poorten en interfaces op een computer aangesloten, afhankelijk van het type randapparaat en de computer zelf. Gemeenschappelijke aansluitpunten zijn onder meer:
* USB (Universele Seriële Bus): Dit is het meest voorkomende type aansluiting voor veel randapparatuur, waaronder toetsenborden, muizen, printers, externe harde schijven en webcams. Er zijn verschillende versies van USB (USB-A, USB-B, USB-C, Mini-USB, Micro-USB), elk met verschillende snelheden en vermogensmogelijkheden.
* HDMI (High-Definition Multimedia Interface): Wordt voornamelijk gebruikt voor het aansluiten van beeldschermen (monitoren, tv's) en soms audioapparaten. Biedt hoogwaardige video- en audiotransmissie.
* DisplayPort: Een andere digitale weergave-interface, die vaak op nieuwere computers wordt aangetroffen en vergelijkbare of betere mogelijkheden biedt dan HDMI.
* Blikseminslag: Een snelle interface die gegevens, video en stroom kan overbrengen. Vaak gebruikt voor hoogwaardige randapparatuur zoals externe GPU's en beeldschermen met hoge resolutie.
* Ethernet: Maakt verbinding met een bekabeld netwerk. Wordt gebruikt voor netwerkprinters, NAS-apparaten (Network Attached Storage) en andere netwerkrandapparatuur.
* Wi-Fi en Bluetooth: Draadloze technologieën die worden gebruikt voor het aansluiten van randapparatuur zoals draadloze toetsenborden, muizen, hoofdtelefoons, printers en andere apparaten zonder fysieke kabels.
* PS/2: Een oudere interface die voornamelijk wordt gebruikt voor toetsenborden en muizen, maar nu minder gebruikelijk is.
* Seriële en parallelle poorten: Zeer oude interfaces die je zelden tegenkomt op moderne computers.
De specifieke locatie van deze poorten varieert afhankelijk van de computer (desktop, laptop, tablet). Desktops hebben meestal meer poorten aan de achterkant en soms aan de voorkant, terwijl laptops over het algemeen minder poorten aan de zijkanten of achterkant hebben. |