Programma's worden gekopieerd naar hoofdgeheugen (RAM) zodat de CPU het kan lezen.
Hier is een overzicht:
* Opslag (harde schijf/SSD): Programma's worden in eerste instantie opgeslagen op een permanent opslagapparaat zoals een harde schijf (HDD) of solid-state drive (SSD). Deze apparaten kunnen gegevens opslaan, zelfs als de stroom is uitgeschakeld.
* Laden in RAM: Wanneer u een programma start, kopieert het besturingssysteem de instructies en gegevens van het programma van het opslagapparaat naar RAM (Random Access Memory).
* CPU-toegang: De CPU heeft alleen rechtstreeks toegang tot gegevens en instructies die zich in het RAM bevinden. Dit komt omdat RAM veel sneller is dan opslagapparaten. De CPU haalt instructies en gegevens op uit het RAM, voert de instructies uit en schrijft de resultaten terug naar het RAM.
* Waarom RAM cruciaal is: Zonder RAM zou de CPU voortdurend gegevens van het trage opslagapparaat moeten lezen, waardoor de uitvoering van het programma extreem traag wordt. RAM fungeert als een tijdelijke, snelle werkruimte voor de CPU.
Samengevat: De CPU leest instructies en gegevens uit het RAM (hoofdgeheugen) om programma's uit te voeren. |