Runtimefouten en compiletimefouten zijn twee verschillende soorten fouten die in een computerprogramma kunnen voorkomen.
Runtimefouten optreden wanneer een programma wordt uitgevoerd. Deze fouten worden meestal veroorzaakt door problemen met de logica van het programma of door onverwachte invoer van de gebruiker. Runtimefouten kunnen ervoor zorgen dat het programma crasht of onjuiste resultaten oplevert.
Fouten tijdens het compileren , aan de andere kant, komen voor wanneer een programma wordt gecompileerd. Deze fouten worden meestal veroorzaakt door problemen met de syntaxis van het programma of door ontbrekende of ongedefinieerde variabelen of functies. Fouten tijdens het compileren verhinderen dat het programma succesvol wordt gecompileerd, dus moeten ze worden verholpen voordat het programma kan worden uitgevoerd.
Hier is een tabel met een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen runtimefouten en compilatiefouten:
| Kenmerk | Runtimefout | Compileerfout |
|---|---|---|
| Wanneer komt het voor? | Wanneer een programma draait | Wanneer een programma wordt gecompileerd |
| Oorzaak | Problemen met programmalogica, onverwachte invoer van gebruiker | Problemen met programmasyntaxis, ontbrekende of ongedefinieerde variabelen of functies |
| Effect | Programma loopt vast of geeft onjuiste resultaten | Programma kan niet succesvol worden gecompileerd |
| Hoe op te lossen | Debug de logica van het programma of de invoerverwerking | Herstel de syntaxisfouten of voeg ontbrekende variabelen of functies toe |
Over het algemeen is het beter om fouten tijdens het compileren op te sporen en te herstellen dan tijdens runtime. Dit komt omdat fouten tijdens het compileren gemakkelijker kunnen worden geïdentificeerd en opgelost, en ze er niet voor zorgen dat het programma crasht of onjuiste resultaten oplevert. |