De bevestigingsmethode voor een computerbedreiging varieert enorm, afhankelijk van het type bedreiging. Hier zijn enkele voorbeelden:
Malware (algemeen): Malware is een brede term die verschillende kwaadaardige software omvat. De *methode* van bijlage hangt af van de specifieke malware:
* Virussen: Vaak verspreid via e-mailbijlagen, geïnfecteerde websites of geïnfecteerde verwisselbare media (USB-drives). Ze hechten zich aan andere bestanden of programma's en worden uitgevoerd wanneer het hostbestand/programma wordt uitgevoerd.
* Wormen: Voornamelijk verspreid via netwerkkwetsbaarheden. Ze repliceren zichzelf en verspreiden zich autonoom over netwerken zonder dat er een hostbestand nodig is. Ze "hechten" zich niet noodzakelijkerwijs op dezelfde manier als een virus.
* Trojaanse paarden: Vaak vermomd als legitieme software. Ze hechten zich vast doordat ze door de gebruiker worden gedownload en geïnstalleerd, vaak onbewust.
* Ransomware: Meestal geleverd via phishing-e-mails (met kwaadaardige bijlagen of links), exploitkits (die misbruik maken van softwarekwetsbaarheden) of kwaadaardige advertenties. Vervolgens worden de bestanden van de gebruiker gecodeerd en wordt losgeld gevraagd voor de vrijgave ervan.
* Spyware: Kan worden geïnstalleerd via drive-by downloads van besmette websites, gebundeld met gratis software (vaak zonder medeweten van de gebruiker) of via e-mailbijlagen. Vervolgens controleert het de gebruikersactiviteit.
* Adware: Meestal geïnstalleerd via bundels met gratis software of via misleidende online advertenties. Het geeft ongewenste advertenties weer.
* Rootkits: Vaak geïnstalleerd door andere malware. Ze verbergen hun aanwezigheid binnen het besturingssysteem en bieden aanvallers ongeautoriseerde toegang.
Andere bedreigingen:
* Phishing: Hecht niet in de traditionele zin van het woord. Het maakt gebruik van misleidende e-mails of websites om gebruikers te misleiden zodat ze gevoelige informatie zoals wachtwoorden of creditcardnummers prijsgeven. De aanval vindt plaats door middel van bedrog, niet door directe gehechtheid.
* SQL-injectie: Dit is een aanval op een database, niet rechtstreeks op een computer. Het maakt misbruik van kwetsbaarheden in webapplicaties om kwaadaardige SQL-code in de database te injecteren. De bijlage komt via de kwetsbare applicatie.
* Denial-of-Service (DoS)-aanvallen: Deze overspoelen een computer of netwerk met verkeer, waardoor deze onbruikbaar wordt. Ze "hechten zich" niet, maar overweldigen het doelwit.
* Man-in-the-Middle (MitM)-aanvallen: Deze onderscheppen de communicatie tussen twee partijen. De bijlage vindt plaats via netwerkonderschepping en niet via directe bestandsbijlage.
* Exploitkits: Deze maken gebruik van bekende kwetsbaarheden in software. Ze hechten zich niet rechtstreeks, maar exploiteren zwakke punten om malware te installeren.
Kortom:er is geen eenduidig antwoord. De methode van ‘gehechtheid’ hangt volledig af van de specifieke dreiging en het uitvoeringsmechanisme ervan. Het begrijpen van de verschillende aanvalsvectoren is cruciaal voor effectieve cyberbeveiliging. |