1. DNA-virussen
* Een DNA-genoom hebben
* Repliceren in de kern van de cel
* Voorbeelden zijn onder meer:
* Herpes simplex-virus
* Waterpokkenvirus
* Hepatitis B-virus
2. RNA-virussen
* Een RNA-genoom hebben
* Repliceren in het cytoplasma van de cel
* Voorbeelden zijn onder meer:
* Influenzavirus
* Mazelenvirus
* Poliovirus
3. Retrovirussen
* Zijn een type RNA-virus dat reverse transcriptase gebruikt om zijn RNA-genoom in DNA om te zetten
*Het DNA wordt vervolgens geïntegreerd in het genoom van de gastheercel, waar het kan worden getranscribeerd en vertaald om nieuwe virusdeeltjes te produceren
* Voorbeelden zijn onder meer:
* HIV
*HTLV-1
4. Hepatitisvirussen
*Zijn een groep virussen die leverontsteking kunnen veroorzaken
* Er zijn vijf hoofdtypen hepatitisvirussen:A, B, C, D en E
* Hepatitis A-virus (HAV) wordt verspreid door contact met besmet voedsel of water
* Hepatitis B-virus (HBV) wordt verspreid door contact met geïnfecteerd bloed of lichaamsvloeistoffen
* Hepatitis C-virus (HCV) wordt verspreid door contact met geïnfecteerd bloed
* Hepatitis D-virus (HDV) wordt alleen verspreid naar mensen die al besmet zijn met HBV
* Hepatitis E-virus (HEV) wordt verspreid door contact met besmet voedsel of water
5. Arbovirussen
*Zijn een groep virussen die worden verspreid door geleedpotigen, zoals muggen, teken en vlooien
* Voorbeelden zijn onder meer:
* Gelekoortsvirus
* Dengue-virus
* Chikungunya-virus
6. Prionen
*Zijn geen virussen, maar zijn infectieuze eiwitten die hersenziekten kunnen veroorzaken
* Prionen veroorzaken ziekten door ervoor te zorgen dat normale eiwitten in de hersenen zich verkeerd vouwen, wat leidt tot de vorming van plaques en knopen die hersencellen beschadigen
* Voorbeelden zijn onder meer:
* Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
*Kuru
* Gerstmann-Sträussler-Scheinker-syndroom |