1. Stervorming: Zonachtige sterren worden geboren in gigantische moleculaire wolken. Deze wolken bestaan uit gas en stof:de grondstoffen voor stervorming. Wanneer voldoende van dit materiaal in een bepaald gebied wordt geconcentreerd, begint het onder zijn zwaartekracht in te storten. Deze ineenstorting resulteert in de vorming van een protoster, een kleine, hete en zeer dichte kern in het centrum van de instortende gaswolk.
2. Hoofdreeks: Terwijl de protoster blijft instorten, begint hij steeds meer gas en stof op te hopen. Deze accumulatie verhoogt de temperatuur en druk van de protoster, wat uiteindelijk leidt tot de ontsteking van kernfusie in de kern. Op dit punt wordt de protoster een hoofdreeksster en begint hij door zijn eigen licht te schijnen. De zon bevindt zich momenteel in de hoofdreeksfase en zal naar verwachting nog een aantal miljard jaar stabiel blijven in deze fase.
3. Rode Reuzentak: Naarmate een hoofdreeksster ouder wordt, begint hij de waterstofbrandstof in zijn kern uit te putten. Dit leidt tot een afname van de interne druk van de ster, waardoor de kern samentrekt terwijl de buitenste lagen uitzetten en afkoelen. De ster komt dan in de rode reuzentak (RGB) fase van zijn leven en wordt een rode reuzenster. Tijdens deze fase nemen de helderheid en straal van de ster aanzienlijk toe.
4. Kerninstorting en planetaire nevel: Naarmate de rode reuzenster verder evolueert, bereikt hij een punt waarop hij zijn eigen gewicht niet langer kan dragen tegen de ineenstorting door de zwaartekracht. De kern van de ster stort in, terwijl de buitenste lagen de ruimte in worden geslingerd en een prachtige, gloeiende schil vormen die een planetaire nevel wordt genoemd. Het overblijfsel van de ster, de kern, wordt een witte dwerg:een heet en zeer compact object ter grootte van de aarde.
5. Witte Dwerg: De witte dwerg is het laatste stadium in de evolutie van een zonachtige ster. Het bestaat uit de ingestorte kern van de oorspronkelijke ster, die voornamelijk bestaat uit koolstof en zuurstof. Na verloop van tijd koelt de witte dwerg geleidelijk af en verandert in een zwarte dwerg:een koud, dicht overblijfsel van wat ooit een stralende ster was. |