AI staat voor kunstmatige intelligentie .
In de context van computers verwijst AI naar de simulatie van menselijke intelligentieprocessen door computersystemen. Deze processen omvatten:
* leren :Nieuwe informatie en vaardigheden verwerven door ervaring.
* redeneren :Logica en regels gebruiken om conclusies te trekken uit beschikbare informatie.
* probleemoplossing :Oplossingen vinden voor complexe uitdagingen.
* besluitvorming :De beste optie kiezen uit een reeks mogelijkheden.
* Perceptie :Inzicht in en interpreteren van sensorische gegevens (zoals afbeeldingen, geluiden en tekst).
* Natuurlijke taalverwerking :Communiceren met mensen door natuurlijke taal.
AI -systemen kunnen worden getraind op enorme hoeveelheden gegevens om taken uit te voeren die traditioneel menselijke intelligentie vereisen. Voorbeelden zijn:
* beeldherkenning :Objecten identificeren in afbeeldingen.
* spraakherkenning :Gesproken woorden transcriberen in tekst.
* Machine -vertaling :Tekst vertalen van de ene taal naar de andere.
* Aanbevelingssystemen :Producten of inhoud suggereren op basis van gebruikersvoorkeuren.
* Autonome voertuigen :Auto's rijden zonder menselijke tussenkomst.
AI is een snel evoluerend veld met toepassingen in veel industrieën, die de manier waarop we leven, werken en interageren met de wereld om ons heen transformeren. |