Essentiële eigenschappen van een gedistribueerd besturingssysteem zijn:
* Transparantie: Het gedistribueerde besturingssysteem moet de gebruiker één enkel, uniform systeembeeld bieden, ongeacht de fysieke distributie van de bronnen. Dit betekent dat de gebruiker zich niet bewust mag zijn van de locatie van bronnen of de details van hoe deze toegankelijk zijn.
* Schaalbaarheid: Het gedistribueerde besturingssysteem moet een groot aantal gebruikers en bronnen kunnen ondersteunen, en moet indien nodig kunnen worden op- of afgeschaald.
* Fouttolerantie: Het gedistribueerde besturingssysteem moet fouten in individuele knooppunten of verbindingen kunnen tolereren, en moet kunnen blijven functioneren, zelfs als sommige componenten uitvallen.
* Prestaties: Het gedistribueerde besturingssysteem moet goede prestaties leveren, zelfs als de belasting hoog is en de bronnen over een groot gebied zijn verdeeld.
* Beveiliging: Het gedistribueerde besturingssysteem moet beveiligingsmechanismen bieden om de gegevens en bronnen van het systeem te beschermen tegen ongeoorloofde toegang.
* Uitbreidbaarheid: Het gedistribueerde besturingssysteem moet uitbreidbaar zijn, zodat nieuwe functies en mogelijkheden kunnen worden toegevoegd als dat nodig is.
* Openheid: Het gedistribueerde besturingssysteem moet open zijn, zodat externe ontwikkelaars applicaties en services kunnen maken die op het systeem draaien. |