Software is een reeks instructies, gegevens of programma's die een computer vertellen wat hij moet doen. Het is het ongrijpbare deel van een computersysteem; je kunt het niet aanraken. Zie het als het brein van de computer. Voorbeelden hiervan zijn besturingssystemen (zoals Windows, macOS of Android), applicaties (zoals Microsoft Word of Google Chrome) en programmeertalen (zoals Python of Java). Software dicteert de functies en mogelijkheden van een computersysteem.
Hardware is het fysieke, tastbare deel van een computersysteem. Het is de verzameling fysieke onderdelen die je kunt zien en aanraken. Zie het als het lichaam van de computer. Voorbeelden hiervan zijn de behuizing van de computer, monitor, toetsenbord, muis, moederbord, CPU (centrale verwerkingseenheid), RAM (random access memory), harde schijf en grafische kaart. Hardware biedt het platform waarop software draait.
Kortom:software is wat de hardware dingen *doet*, terwijl hardware het fysieke *ding* is dat ze doet. Ze zijn onderling afhankelijk; Hardware heeft software nodig om bruikbaar te zijn, en software heeft hardware nodig om te kunnen bestaan en te kunnen functioneren. |