Er zijn verschillende manieren om te berekenen hoeveel mensen dezelfde score hebben behaald in Excel, afhankelijk van hoe uw gegevens zijn georganiseerd en wat u als resultaat wilt zien.
Methode 1:`AANTAL.ALS` gebruiken (voor één score)
Als je wilt weten hoeveel mensen een *specifieke* score hebben behaald, gebruik dan de `AANTAL.ALS`-functie.
* Syntaxis: `AANTAL.ALS(bereik, criteria)`
* Voorbeeld: Stel dat uw scores in kolom A staan (A1:A100) en u wilt weten hoeveel mensen 85 hebben gescoord. De formule zou zijn:`=AANTAL.ALS(A1:A100, 85)`
Methode 2:`COUNTIFS` gebruiken (voor meerdere criteria)
Als je moet tellen op basis van meerdere criteria (bijvoorbeeld mensen die 85 hebben gescoord *en* in een specifieke groep zitten), gebruik dan `COUNTIFS`.
* Syntaxis: `AANTAL.ALS(criteria_bereik1, criteria1, [criteria_bereik2, criteria2], ...)`
* Voorbeeld: Scores in kolom A, groeperen in kolom B. Om degenen te tellen die 85 hebben gescoord en in groep "A" zitten:`=AANTAL.ALS(A1:A100, 85, B1:B100, "A")`
Methode 3:Een frequentieverdelingstabel maken (voor alle scores)
Als u wilt zien hoeveel mensen *elke* score hebben behaald, maakt u een frequentieverdelingstabel. Dit kunt u het beste doen met een combinatie van functies:
1. Laat unieke scores zien: Vermeld in een aparte kolom alle unieke scores die in uw gegevens voorkomen. U kunt dit handmatig doen of geavanceerde functies gebruiken, zoals `UNIQUE` (beschikbaar in nieuwere Excel-versies). Laten we aannemen dat uw unieke scores in kolom D staan (bijvoorbeeld D1:D5).
2. Gebruik `COUNTIF` voor elke unieke score: Gebruik naast elke unieke score in kolom D 'AANTAL.ALS' om te tellen hoe vaak die score voorkomt in uw oorspronkelijke scorekolom (kolom A). Bijvoorbeeld:
* In cel E1:`=AANTAL.ALS(A1:A100, D1)`
* In cel E2:`=AANTAL.ALS(A1:A100, D2)`
* ...enzovoorts.
Hierdoor ontstaat een tabel met elke unieke score en de frequentie ervan.
Methode 4:`FREQUENCY` gebruiken (voor een reeks scores)
De functie `FREQUENCY` is ideaal als u gebeurtenissen binnen score *bins* of bereiken wilt tellen. Dit is vooral handig voor grote datasets.
* Syntaxis: `FREQUENCY(data_array, bins_array)` Dit is een *arrayformule*, wat betekent dat u deze anders moet invoeren.
* Voorbeeld: Stel dat uw scores in A1:A100 liggen en u wilt tellen hoeveel scores in deze vakken vallen:0-50, 51-75, 76-100.
1. Voer in de cellen E1:E3 de grenzen van uw opslaglocatie in:50, 75, 100.
2. Selecteer cellen F1:F3 (drie cellen).
3. Voer de volgende formule in:`=FREQUENTIE(A1:A100,E1:E3)`
4. BELANGRIJK: Druk op `Ctrl + Shift + Enter` om dit als matrixformule in te voeren. Excel zal automatisch accolades `{}` rond de formule toevoegen.
Vergeet niet om het celbereik aan te passen zodat het overeenkomt met uw werkelijke gegevens. Kies de methode die het beste bij uw behoeften en datastructuur past. Als u een zeer grote dataset heeft, kunt u overwegen een draaitabel te gebruiken voor een efficiëntere en visuelere weergave van de frequentieverdeling. |