U kunt in Excel op verschillende manieren van de ene cel naar de andere gaan:
1. Het toetsenbord gebruiken:
* Pijltoetsen: De meest basale methode. Gebruik de pijltjestoetsen omhoog, omlaag, links en rechts om cel voor cel in de respectievelijke richtingen te bewegen.
* Tab-toets: Gaat naar de volgende cel aan de rechterkant. Als u aan het einde van een rij bent, gaat deze naar het begin van de volgende rij.
* Shift + Tab: Gaat naar de vorige cel aan de linkerkant. Als u aan het begin van een rij staat, wordt deze naar het einde van de vorige rij verplaatst.
* Enter sleutel: Gaat naar de cel direct onder de huidige cel.
* Ctrl + pijltjestoetsen: Verplaatst naar de rand van de momenteel gebruikte gegevens in de betreffende richting (bijvoorbeeld:Ctrl + Pijl-rechts gaat naar de laatst gebruikte cel in de huidige rij).
* Home-toets: Gaat naar het begin van de huidige rij.
* Eindetoets: Gaat naar het einde van de huidige rij.
* Ctrl + Thuis: Gaat naar cel A1.
* Ctrl + Einde: Gaat naar de laatst gebruikte cel in het werkblad.
2. De muis gebruiken:
* Klikken: Klik eenvoudig met uw muis op de gewenste cel om de cursor daarheen te verplaatsen. Dit is de meest eenvoudige methode om een specifieke, niet-aangrenzende cel te selecteren.
3. Met behulp van de opdracht Ga naar (F5):
* Druk op F5 (of ga naar het tabblad "Home" en klik op "Zoeken en selecteren" en vervolgens op "Ga naar...").
* U kunt vervolgens de celverwijzing typen (bijvoorbeeld "B12", "Blad2!A1") of een benoemd bereik selecteren om rechtstreeks naar die cel te springen.
De beste methode hangt af van uw specifieke behoeften en de afstand die u moet afleggen. Voor korte afstanden zijn de pijltjestoetsen efficiënt. Voor lange afstanden of specifieke cellen is het commando "Ga naar" of het klikken met de muis sneller. |