Je voert relatieve formules in Excel in, net als elke andere formule, maar je moet je bewust zijn van hoe ze werken:
Wat zijn relatieve formules?
* Relatieve referenties: Deze veranderen op basis van waar u de formule kopieert en plakt.
* Voorbeeld: Als u een formule in cel A1 hebt die zegt `=b1 + c1` en u kopieert naar cel A2, wordt de formule in A2 automatisch` =b2 + c2`. De referenties verschuiven op een rij.
Hoe een relatieve formule in te voeren:
1. Selecteer de cel: Waar u wilt dat de formule woont.
2. Typ het gelijke teken (=): Dit vertelt Excel dat je een formule begint.
3. Voer de celreferenties in: Als u bijvoorbeeld de waarden in cellen B1 en C1 wilt toevoegen, typt u `=B1+C1`.
4. Druk op Enter: Om de formule te voltooien.
Voorbeeld:
Stel dat u een lijst met prijzen in kolom B hebt en u de totale kosten in kolom C wilt berekenen.
1. in cel C1: Voer de formule `=b1` in (dit kopieert de prijs van B1 tot C1).
2. Kopieer cel C1: Selecteer Cel C1 en zweeft vervolgens over de rechteronderhoek van de cel totdat u een klein zwart plusteken ziet. Klik en sleep de kolom naar beneden om de formule naar de andere cellen te kopiëren.
3. De formule past: Automatisch, `=b2` worden in c2,` =b3` in c3, enzovoort.
Onthoud:
* Relatieve formules zijn het meest voorkomende type formule in Excel.
* U kunt relatieve formules gebruiken om berekeningen snel en gemakkelijk te kopiëren.
* Wees voorzichtig met hoe relatieve referenties werken bij het kopiëren en plakken van formules. Als u de verwijzingen naar verandering niet wilt, moet u in plaats daarvan absolute referenties gebruiken.
Laat het me weten als je meer details wilt over absolute referenties of andere Excel -concepten! |