De meest voorkomende functie die wordt gebruikt om een waarde toe te wijzen aan een cel in Excel is geen functie, maar eerder de directe toewijzing van een waarde. U typt eenvoudig de gewenste waarde rechtstreeks in de cel en deze wordt daar opgeslagen.
Als u echter een waarde wilt toewijzen op basis van een berekening of een voorwaarde, kunt u verschillende functies gebruiken, zoals:
* sum () :Voegt waarden samen toe.
* gemiddelde () :Berekent het gemiddelde van een bereik van waarden.
* max () :Vindt de grootste waarde in een bereik.
* min () :Vindt de kleinste waarde in een bereik.
* if () :Wijst een waarde toe op basis van een voorwaarde.
* VLOOKUP () :Zoek een waarde op in een tabel en retourneert een overeenkomstige waarde.
* index () en match () :Samen gebruikt, kunnen ze worden gebruikt om een waarde op te zoeken en een overeenkomstige waarde uit een tabel te retourneren.
Bijvoorbeeld:
* Directe toewijzing: Om het nummer "10" in cel A1 te plaatsen, typt u eenvoudig "10" in cel A1 en drukt u op Enter.
* Een functie gebruiken: Om de som van cellen A1 en A2 in cel A3 te plaatsen, typ je "=som (A1:A2)" in cel A3 en druk je op Enter.
Uiteindelijk hangt de "functie" die u gebruikt af van hoe u de waarde aan de cel wilt toewijzen. Als u eenvoudigweg een waarde rechtstreeks wilt invoeren, is er geen functie nodig. Als u een berekening moet uitvoeren of een voorwaarde moet gebruiken, kunt u verschillende Excel -functies gebruiken. |