Bitmapafbeeldingen zien er niet per se 'echt' of 'onwerkelijk' uit. Hun realisme hangt volledig af van verschillende factoren:
* Oplossing: Een hogere resolutie (meer pixels) zorgt voor meer details en vloeiendere overgangen, wat leidt tot een realistischer uiterlijk. Bitmaps met een lage resolutie zien er korrelig en duidelijk kunstmatig uit.
* Kleurdiepte: Meer bits per pixel (bijvoorbeeld 24-bit of 32-bit) zorgen voor een groter kleurenbereik en vloeiendere gradiënten, wat bijdraagt aan het realisme. Beperkte kleurenpaletten (zoals 8-bit) resulteren in een meer blokkerig en minder realistisch uiterlijk.
* Afbeeldingsbron: Een bitmap gemaakt op basis van een foto ziet er over het algemeen realistischer uit dan een bitmap gemaakt op basis van een eenvoudige tekening of ontwerp. Het originele bronmateriaal heeft een grote invloed op het eindresultaat.
* Beeldverwerking: Technieken zoals anti-aliasing (het gladstrijken van gekartelde randen) en filtering kunnen het waargenomen realisme van een bitmap aanzienlijk verbeteren. Slecht verwerkte afbeeldingen zien er kunstmatig uit.
* Onderwerp: Eenvoudige, geometrische vormen zien er altijd minder realistisch uit dan complexe, organische vormen, ongeacht de technische kwaliteiten van de bitmap.
Kortom, een bitmap met hoge resolutie en kleurdiepte van een foto, die goed is verwerkt, ziet er zeer realistisch uit. Omgekeerd zal een bitmap met lage resolutie van een eenvoudige tekening er duidelijk kunstmatig uitzien. Realisme in bitmaps is geen inherente eigenschap, maar een gevolg van de hierboven genoemde factoren. |