In de ontwerpweergave kunt u de visuele structuur van verschillende soorten documenten of objecten bekijken en manipuleren. De details zijn afhankelijk van de software die u gebruikt, maar hier vindt u een overzicht van wat u over het algemeen kunt verwachten te zien en te doen in de ontwerpweergave, met voorbeelden voor verschillende toepassingen:
Algemene mogelijkheden (in veel ontwerpweergaven):
* Visuele lay-out en structuur: U ziet de elementen van het document of object gerangschikt zoals ze voor de gebruiker verschijnen. Dit omvat zaken als tekst, afbeeldingen, knoppen, velden en andere besturingselementen.
* Eigenschappen en attributen: U kunt de eigenschappen van afzonderlijke elementen bekijken en wijzigen. Deze eigenschappen bepalen zaken als grootte, positie, kleur, lettertype, zichtbaarheid en gedrag.
* Hierarchische structuur: Vaak geeft de ontwerpweergave de structuur van het document op een hiërarchische manier weer, zoals een boom, zodat u kunt zien hoe elementen zijn genest en gerelateerd.
* Relaties tussen elementen: De ontwerpweergave kan ook weergeven hoe het ene element met het andere is verbonden, vooral bij databaseontwerp, om relaties te zien (één-op-veel, veel-op-veel).
Voorbeelden per toepassing:
1. Webontwikkeling (HTML/CSS-editors, IDE's):
* Elementen: HTML-tags (divs, paragrafen, kopjes, afbeeldingen, formulieren, etc.) worden visueel weergegeven.
* Indeling: Hoe elementen op de pagina worden gepositioneerd (met behulp van CSS-eigenschappen zoals marge, opvulling, zweven, positie, raster, flexbox).
* Stijlen: Kleuren, lettertypen, formaten, randen en andere visuele stijlen gedefinieerd door CSS.
* Interactieve elementen: Basisrepresentaties van JavaScript-gestuurde elementen (hoewel volledige interactiviteit meestal vereist dat de pagina in een browser wordt uitgevoerd).
* HTML-structuur: Hoe de HTML-elementen zijn genest en georganiseerd in de DOM.
2. Databasebeheersystemen (DBMS - bijvoorbeeld MySQL Workbench, SQL Server Management Studio, MS Access):
* Tabellen: Visuele weergave van databasetabellen.
* Velden/Kolommen: Namen, gegevenstypen en beperkingen van elke kolom in een tabel.
* Toetsen: Primaire sleutels, externe sleutels en andere soorten sleutels worden visueel aangegeven.
* Relaties: Lijnen of diagrammen die relaties tussen tabellen weergeven (één-op-veel, veel-op-veel).
* Indexen: Visuele weergave van indexen.
* Beperkingen: (Zoals `NOT NULL`, `UNIQUE`, `CHECK`) kunnen worden bekeken en geconfigureerd.
* Opgeslagen procedures/weergaven/functies: Definitie en structuur van deze databaseobjecten.
3. Microsoft Access (formulieren en rapporten):
* Formulierbesturing: Tekstvakken, labels, knoppen, keuzelijsten, keuzelijsten met invoervak, enz.
* Indeling: Regeling van controles op het formulier of rapport.
* Eigenschappen: Eigenschappen van besturingselementen (bijvoorbeeld besturingselementbron, formaat, lettertype, kleur).
* Code: Kan soms vanuit de ontwerpweergave toegang krijgen tot de onderliggende VBA-code (gebeurtenishandlers) voor het formulier of rapport.
* Gegevensbinding: Hoe het formulier/rapport is verbonden met de gegevens in uw tabellen.
4. Grafische ontwerpsoftware (Adobe Photoshop, Illustrator):
* Lagen: Visuele weergave van lagen en hun stapelvolgorde.
* Objecten/vormen: Cirkels, rechthoeken, paden, tekstobjecten, enz.
* Eigenschappen: Lijn, vulling, kleur, grootte, positie, dekking en andere visuele eigenschappen van objecten.
* Effecten: Visuele weergave van effecten toegepast op lagen of objecten (bijvoorbeeld schaduwen, gloed, vervaging).
* Tekengebieden: Het canvas of meerdere canvassen (tekengebieden) waaraan u werkt.
5. Presentatiesoftware (Microsoft PowerPoint, Google Slides):
* Dia's: Individuele dia's in de presentatie.
* Plaatsaanduidingen: Gebieden waar tekst, afbeeldingen of andere inhoud kunnen worden ingevoegd.
* Indeling: Rangschikking van elementen op de dia.
* Animaties en overgangen: Hoewel de animatie niet live is, kunt u doorgaans visuele aanwijzingen of instellingen zien die verband houden met animaties en dia-overgangen.
* Masterdia's: Het algemene ontwerp- en lay-outsjabloon voor de presentatie.
6. Softwareontwikkelingsomgevingen (IDE's) - GUI-bouwers (bijv. Visual Studio, Qt Creator, Eclipse):
* Visuele bediening: Knoppen, tekstvelden, labels, menu's, werkbalken, enz.
* Indeling: Rangschikking van bedieningselementen binnen vensters of dialoogvensters.
* Eigenschappen: Eigenschappen van besturingselementen (tekst, kleur, grootte, gebeurtenishandlers).
* Gebeurtenishandlers: Visuele verbinding van UI-elementen met codefuncties die gebruikersinteracties afhandelen (klikken, toetsaanslagen, enz.).
* Componenthiërarchie: De hiërarchie van UI-componenten binnen de applicatie.
Belangrijkste punten:
* De ontwerpweergave is gericht op de *visuele* en *structurele* aspecten van iets.
* Hiermee kunt u de elementen rechtstreeks manipuleren (slepen, formaat wijzigen, eigenschappen wijzigen).
* Het is meestal een meer *intuïtieve* manier van werken dan alleen het schrijven van code of scripts.
* Het toont echter niet altijd het volledige *gedrag* of de *functionaliteit* van het object. Daarvoor moet u meestal overschakelen naar een "run"- of "preview"-modus.
* De details van wat u in de ontwerpweergave kunt zien en doen, zijn volledig afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. |