Het is een veel voorkomende misvatting dat alle computers dezelfde taal begrijpen.
Hier is de uitsplitsing:
* Computers begrijpen talen niet in de manier waarop mensen dat doen. Ze werken op binaire code , een systeem van 0s en 1s, die elektrische signalen vertegenwoordigen (aan of uit). Dit is de enige taal die ze direct "begrijpen".
* programmeertalen zijn hulpmiddelen waarmee mensen met computers kunnen communiceren. Ze worden vertaald in binaire code door compilers of tolken .
* Er zijn veel verschillende programmeertalen , elk met zijn eigen sterke en zwakke punten. Enkele voorbeelden zijn:
* python: Vaak gebruikt voor webontwikkeling, gegevensanalyse en machine learning.
* Java: Populair voor Android -apps en enterprise -software.
* C ++: Krachtig voor game -ontwikkeling en systeemprogrammering.
* JavaScript: Essentieel voor interactieve webpagina's.
* Laagniveau talen zijn dichter bij de hardware (zoals assemblagetaal), terwijl talen op hoog niveau zijn meer abstract en gemakkelijker voor mensen om te begrijpen.
Daarom begrijpen computers geen specifieke taal rechtstreeks. Ze begrijpen alleen binaire code en programmeertalen worden gebruikt als tussenpersonen om menselijke instructies in deze code te vertalen. |