Virtuele machines gebruiken een hypervisor om te communiceren tussen het host -besturingssysteem en gast -OS.
Hier is een uitsplitsing van hoe het werkt:
* Hypervisor: Dit is de kernsoftwarecomponent die de virtuele machines beheert en de illusie creëert die elk gast -besturingssysteem op zijn eigen speciale hardware draait.
* Host OS: Dit is het besturingssysteem dat op de fysieke machine draait, die de virtuele machines host.
* Gast OS: Dit is het besturingssysteem dat wordt uitgevoerd in de virtuele machine.
de rol van de hypervisor:
* Virtualiseert hardware: De hypervisor presenteert een gevirtualiseerde versie van de hardwarebronnen van de hostmachine aan het gast -besturingssysteem, zoals CPU, geheugen, opslag en netwerkinterfaces.
* Resource Management: De hypervisor wijst deze virtuele bronnen toe en beheert tussen de lopende virtuele machines.
* Isolatie: Het creëert een beveiligde en geïsoleerde omgeving voor elk gast -besturingssysteem, waardoor ze voorkomen dat ze elkaar of het host -besturingssysteem verstoren.
* Communicatie: De hypervisor behandelt de communicatie tussen het gast -besturingssysteem en het host -besturingssysteem, inclusief dingen zoals het delen van bestanden en toegang tot de randapparatuur van de hostmachine.
Soorten hypervisors:
* Type 1 (bare-metal): Deze hypervisors lopen rechtstreeks op de hardware, zonder een onderliggend host -besturingssysteem. Voorbeelden:VMware ESXI, XenServer.
* Type 2 (gehost): Deze hypervisors worden uitgevoerd als software bovenop een bestaand host -besturingssysteem. Voorbeelden:VirtualBox, VMware Workstation, Parallels Desktop.
Samenvattend:
De hypervisor fungeert als een brug tussen de fysieke hardware en de virtuele machines, waardoor meerdere besturingssystemen tegelijkertijd en veilig op een enkele fysieke machine kunnen worden uitgevoerd. Het is het belangrijkste onderdeel dat virtualisatie mogelijk maakt. |