De twee belangrijkste methoden voor het coderen van netwerkverkeer op internet zijn:
1. TLS/SSL (Transport Layer Security/Secure Sockets Layer): Dit is de dominante methode. TLS/SSL creëert een gecodeerde verbinding tussen een webbrowser en een webserver. Het zorgt ervoor dat de gegevens die tussen hen worden uitgewisseld (inclusief gevoelige informatie zoals wachtwoorden en creditcardgegevens) worden beschermd tegen afluisteren en knoeien. HTTPS maakt gebruik van TLS/SSL.
2. VPN (virtueel particulier netwerk): Een VPN creëert een gecodeerde tunnel door het openbare internet. Al het verkeer dat door de VPN gaat, is gecodeerd, ongeacht het protocol (HTTP, HTTPS, enz.). Dit biedt een hoger niveau van privacy en veiligheid, vooral wanneer u openbare Wi-Fi gebruikt of toegang krijgt tot netwerken die u niet volledig vertrouwt, omdat uw verkeer wordt beschermd zelfs voordat het de website zelf bereikt.
Hoewel beide het verkeer versleutelen, doen ze dit op verschillende lagen en voor verschillende doeleinden. TLS/SSL beschermt de communicatie tussen een client en een specifieke server, terwijl een VPN al het verkeer van uw apparaat naar internet beschermt. Veel gebruikers gebruiken beide voor verbeterde beveiliging. |