Cisco Secure ACS Server Configuration Guide
Deze handleiding biedt een basisoverzicht van het configureren van een Cisco Secure ACS -server. Het is belangrijk op te merken dat de specifieke configuratiestappen variëren, afhankelijk van uw specifieke vereisten en netwerkomgeving.
1. Eerste instelling en toegang
* Fysieke instelling: Installeer de ACS -serverhardware en verbind deze met uw netwerk.
* toegang: Maak verbinding met de ACS -server via SSH of een webbrowser met behulp van de standaardreferenties (meestal "admin" voor zowel gebruikersnaam als wachtwoord).
* Initiële configuratie: Wijzig het standaardwachtwoord, stel de hostnaam in, configureer de netwerkinterfaces en definieer de tijdzone.
2. Gebruikers en groepen
* gebruikersaccounts: Maak gebruikersaccounts met passende rollen en machtigingen. U kunt lokale gebruikers, LDAP of Active Directory gebruiken voor authenticatie.
* groepen: Maak groepen om gebruikers te organiseren en specifieke privileges toe te wijzen. Dit vereenvoudigt het beheren van gebruikerstoegang.
* Rolgebaseerde toegangscontrole (RBAC): Definieer rollen met specifieke machtigingen en wijs ze toe aan gebruikers of groepen.
3. Netwerkapparaten en services
* Netwerkapparaten: Voeg uw netwerkapparaten toe aan ACS, inclusief schakelaars, routers en draadloze toegangspunten. U moet apparaatspecifieke instellingen configureren, zoals het apparaattype, het IP-adres en de authenticatiemethode.
* services: Configureer de services die worden beheerd door ACS, zoals 802.1X, RADIUS en TACACS+.
4. Authenticatie en autorisatie
* authenticatiemethoden: Configureer authenticatiemethoden zoals gebruikersnaam/wachtwoord, op certificaat gebaseerde authenticatie en OTP.
* Autorisatieregels: Definieer regels om de toegang te beheersen op basis van factoren zoals gebruikersidentiteit, apparaattype en tijdstip van de dag.
* boekhouding: Boekhouding configureren om gebruikerssessies bij te houden en gegevens te verzamelen voor rapportage en probleemoplossing.
5. Beleid en profielen
* beleid: Creëer beleid om het gedrag van netwerkapparaten en gebruikers te regelen. Beleid kan worden gebaseerd op verschillende omstandigheden, zoals gebruikersidentiteit, apparaattype en netwerklocatie.
* profielen: Definieer profielen die specifieke instellingen bevatten voor verschillende gebruikstypen of netwerkscenario's. Hiermee kunt u de gebruikerservaring aanpassen op basis van specifieke behoeften.
6. Monitoring en rapportage
* Real-time monitoring: Bewaak de gezondheid en prestaties van de ACS -server en de netwerkapparaten die deze beheert.
* Rapportage: Rapporten genereren om netwerkgebruik, beveiligingsgebeurtenissen en gebruikersactiviteit te analyseren.
7. Best practices
* Sterke wachtwoorden: Gebruik sterke wachtwoorden voor alle accounts en handhaaf de vereisten voor wachtwoordcomplexiteit.
* Regelmatige updates: Houd ACS en zijn componenten up-to-date met de nieuwste beveiligingspatches en bugfixes.
* back -up en herstel: Maak regelmatige back -ups van uw ACS -configuratie en gegevens om ervoor te zorgen dat u deze kunt herstellen in geval van storingen.
* Beveiligingsaudit: Controleer regelmatig uw ACS -configuratie en toegangscontrolebeleid om ervoor te zorgen dat ze veilig en effectief zijn.
belangrijke bronnen:
* Cisco Secure ACS -documentatie:[https://www.cisco.com/c/en/us/td/docs/net_mgmt/acs/5_x/user/guide/acs_user_guide.html] )
* Cisco Secure ACS Community Forum:[https://community.cisco.com/t5/cisco-secure-acs/ct-p/cisco_secure_acs buch(https://community.cisco.com/t5/cisco-secure-acs/ct-p/cisco_secure_acure_acs)
Opmerking: Deze handleiding biedt een algemeen overzicht van de ACS -serverconfiguratie. Raadpleeg de Cisco Secure ACS -documentatie en online bronnen voor gedetailleerde instructies en specifieke configuraties.
Vergeet niet om uw netwerkbeveiligingsprofessionals te raadplegen voor de meest geschikte en veilige configuratie voor uw omgeving. |