1) Pakketfiltering:
- Inspecteert individuele pakketten en staat de verzending ervan toe of weigert op basis van vooraf gedefinieerde beveiligingsregels.
- Filtert pakketten door bron- en bestemmings-IP-adressen, poorten en andere pakketkenmerken te onderzoeken.
2) Staatsinspectie:
- Volgt de status van actieve netwerkverbindingen en staat verkeer toe of blokkeert dit op basis van de bestaande verbindingscontext.
- Voorkomt ongeautoriseerde toegang tot interne bronnen door sessie-informatie bij te houden.
3) Netwerkadresvertaling (NAT):
- Vertaalt de privé-IP-adressen van interne netwerkapparaten naar openbare IP-adressen voor externe communicatie.
- Verbergt de interne netwerkstructuur en verbetert de veiligheid door het aanvalsoppervlak te verkleinen.
4) Poort doorsturen:
- Maakt het mogelijk specifiek extern verkeer door te sturen naar specifieke interne servers op basis van poortnummers.
- Handig voor toegang tot interne services zoals webservers of mailservers vanaf internet.
5) Bescherming tegen Denial of Service (DoS)-aanvallen:
- Detecteert en blokkeert DoS-aanvallen, waarbij aanvallers proberen een netwerk of server te overweldigen met overmatig verkeer.
- Maakt gebruik van technieken zoals snelheidsbeperking en het volgen van verbindingen om DoS-bedreigingen te beperken.
6) Inspectie van de applicatielaag:
- Onderzoekt de inhoud van applicatielaaggegevens (bijv. HTTP, FTP) om toegangscontrolebeleid af te dwingen.
- Helpt beschermen tegen applicatiespecifieke kwetsbaarheden en aanvallen.
7) VPN-tunneling:
- Creëert veilige, gecodeerde tunnels tussen twee netwerken, waardoor externe gebruikers veilig toegang kunnen krijgen tot interne bronnen.
- Gebruikt protocollen zoals IPsec of SSL/TLS om virtuele particuliere netwerken (VPN's) te creëren.
8) Loggen en rapporteren:
- Registreert firewallgebeurtenissen en -activiteiten voor beveiligingsmonitoring en auditdoeleinden.
- Biedt waardevolle informatie voor incidentrespons en forensische analyse.
9) Hoge beschikbaarheid en redundantie:
- Vaak ingezet in redundante paren of clusters voor verhoogde betrouwbaarheid en beschikbaarheid.
- Als de ene firewall uitvalt, kan de andere het overnemen om continue bescherming te garanderen.
10) Gecentraliseerd beheer:
- Maakt het mogelijk meerdere firewalls centraal te beheren en te configureren vanaf één console.
- Vereenvoudigt het beheer en verbetert de beveiligingsconsistentie in het hele netwerk. |