De locatie waar een IP-adres wordt ‘opgeslagen’ is afhankelijk van de context. Er is niet één plek. Hier is een overzicht:
* Op het apparaat: Een apparaat (computer, telefoon, router, etc.) met een netwerkverbinding *slaat* zijn IP-adres niet op op dezelfde manier als een bestand wordt opgeslagen. In plaats daarvan wordt het IP-adres geconfigureerd en gebruikt door de netwerkinterfacekaart (NIC) en de netwerkstack van het besturingssysteem. Het wordt actief gebruikt voor communicatie, niet alleen voor passieve gegevensinvoer in een bestand. U kunt het momenteel toegewezen IP-adres doorgaans vinden via de netwerkinstellingen van het besturingssysteem of via opdrachtregelprogramma's (zoals `ipconfig` op Windows of `ifconfig` op Linux/macOS).
* Over de netwerkinfrastructuur: Het netwerk zelf houdt gegevens bij van IP-adressen die aan apparaten zijn gekoppeld. Dit gebeurt op verschillende manieren:
* DHCP-server: Als een apparaat een IP-adres verkrijgt via DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol), houdt de DHCP-server bij welk IP-adres hij (althans tijdelijk) aan welk apparaat heeft toegewezen.
* De ARP-tabel van de router: Routers houden een Address Resolution Protocol (ARP)-tabel bij die IP-adressen toewijst aan MAC-adressen binnen hun lokale netwerksegment. Dit is tijdelijk en verandert naarmate apparaten zich bij het netwerk aansluiten en verlaten.
* DNS-server: Domain Name System (DNS)-servers wijzen domeinnamen (zoals `google.com`) toe aan IP-adressen. De DNS-records worden opgeslagen op de DNS-servers.
* Netwerkdatabase: Grotere netwerken kunnen databases gebruiken om IP-adrestoewijzingen en andere netwerkinformatie bij te houden.
Kortom, een IP-adres wordt niet in één specifiek bestand of locatie opgeslagen. Het is een dynamisch onderdeel van de operationele gegevens van het netwerk, gebruikt en onderhouden door meerdere componenten op verschillende niveaus van de netwerkinfrastructuur. |