IPv6-adressen worden doorgaans niet in slechts drie typen onderverdeeld. De categorisering is genuanceerder, maar we kunnen ze groeperen in deze algemeen begrepen categorieën:
1. Unicast-adressen: Deze identificeren één enkele interface. Dit is het meest voorkomende type, analoog aan de openbare en privé-adressen van IPv4. Binnen unicast zijn er subcategorieën zoals global unicast (routeerbaar op internet), link-local (gebruikt voor communicatie binnen een enkel netwerksegment) en unieke lokale adressen (vergelijkbaar met privé IPv4-adressen).
2. Multicast-adressen: Deze identificeren een groep interfaces. Pakketten die naar een multicast-adres worden verzonden, worden afgeleverd bij alle interfaces die zich bij die multicast-groep hebben aangesloten. Dit wordt gebruikt voor toepassingen zoals videoconferenties of streaming.
3. Anycast-adressen: Deze identificeren een reeks interfaces, maar pakketten worden afgeleverd bij slechts *één* van die interfaces – meestal de dichtstbijzijnde. Dit wordt vaak gebruikt voor zaken als DNS-servers of Content Delivery Networks (CDN's).
Hoewel er binnen deze bredere categorieën nog meer specifieke adrestypen bestaan, geeft deze driedelige uitsplitsing de fundamentele verschillen weer in de manier waarop IPv6-adressen worden gebruikt. |