De URL en het DNS IP-adres werken samen om u toegang te geven tot websites met voor mensen leesbare namen in plaats van complexe IP-adressen. Hier is de uitsplitsing:
1. De URL (Uniform Resource Locator): Dit is het adres dat u in de adresbalk van uw webbrowser typt. Het is een mensvriendelijke manier om een specifieke bron op internet te identificeren. Een URL bestaat doorgaans uit verschillende delen:
* Protocol: `http://` of `https://` geeft aan hoe de gegevens moeten worden overgedragen.
* Domeinnaam: `www.example.com` Dit is het belangrijkste onderdeel, waarmee de website wordt geïdentificeerd.
* Pad: `/page1.html` (optioneel) Dit specificeert een bepaald bestand of een bepaalde bron binnen de website.
2. Het DNS (Domain Name System): Dit is een hiërarchisch systeem van servers dat domeinnamen (zoals `www.example.com`) vertaalt naar IP-adressen (zoals `192.0.2.1`). IP-adressen zijn de numerieke adressen die computers gebruiken om met elkaar te communiceren op internet. Ze zijn essentieel voor het routeren van datapakketten.
Hoe ze samenwerken:
1. Je typt een URL: U typt `https://www.example.com` in uw browser.
2. DNS-zoekopdracht: Uw browser controleert eerst zijn eigen cache (een tijdelijke opslag van recente DNS-lookups) om te zien of hij het IP-adres voor `www.example.com` al kent.
3. Recursieve oplossing: Als dit niet in de cache wordt gevonden, maakt uw browser contact met een recursieve DNS-resolver. Dit wordt meestal geleverd door uw internetprovider (ISP). De solver fungeert als tussenpersoon en maakt contact met verschillende DNS-servers om het IP-adres te achterhalen.
4. Rootnaamservers: De solver begint met het bevragen van de root-naamservers. Dit zijn de servers op het hoogste niveau in de DNS-hiërarchie. Ze kennen het IP-adres van `www.example.com` niet rechtstreeks, maar sturen de oplosser door naar de juiste Top-Level Domain (TLD)-server (bijvoorbeeld `.com`).
5. TLD-server: De TLD-server stuurt de solver vervolgens naar de gezaghebbende naamserver voor `example.com`. Dit is een server die specifiek is toegewezen om de DNS-records voor dat domein te beheren.
6. Gezaghebbende naamserver: De gezaghebbende naamserver levert uiteindelijk het IP-adres dat is gekoppeld aan `www.example.com`.
7. IP-adres verkregen: Uw browser heeft nu het IP-adres (bijvoorbeeld `192.0.2.1`) dat overeenkomt met de domeinnaam.
8. Verbinding tot stand gebracht: De browser gebruikt het IP-adres om verbinding te maken met de webserver die de website host.
9. Website geladen: Zodra de verbinding tot stand is gebracht, vraagt de browser de webpagina op (aangegeven door het pad in de URL) en stuurt de server de inhoud terug, die vervolgens in uw browser wordt weergegeven.
Kortom, de URL levert het gebruiksvriendelijke adres, en DNS vertaalt dit naar het machinaal leesbare IP-adres dat nodig is voor uw computer om de webserver te lokaliseren en er verbinding mee te maken. Zonder DNS zou u de numerieke IP-adressen moeten onthouden en invoeren voor elke website die u wilt bezoeken, wat onpraktisch is. |