Een pakket heeft zowel een bron-IP-adres en een bestemmings-IP-adres .
* Bron-IP-adres: Dit is het IP-adres van het apparaat dat het pakket *verzond*. Het identificeert de oorspronkelijke computer, server of ander netwerkapparaat.
* IP-adres van bestemming: Dit is het IP-adres van het apparaat waarvoor het pakket *bedoeld* is. Het identificeert de ontvangende computer, server of ander netwerkapparaat.
Deze adressen zijn cruciaal voor het routeren van het pakket over netwerken. Routers gebruiken het bestemmings-IP-adres om het beste pad te bepalen om het pakket door te sturen naar de eindbestemming. Met het bron-IP-adres kan het ontvangende apparaat (en mogelijk tussenliggende apparaten) een antwoord terugsturen naar het oorspronkelijke apparaat. |