Het systeem bepaalt welk deel van een IP -adres het host en het netwerk vertegenwoordigt met behulp van een subnetmasker .
Hier is hoe het werkt:
1. Subnetmasker: Een subnetmasker is een 32-bits nummer dat, in combinatie met een IP-adres, het netwerk- en hostgedeelten identificeert. Het gebruikt een reeks van iemands en nullen, waar:
* ones (1S): Vertegenwoordig het netwerkgedeelte van het IP -adres.
* nullen (0S): Vertegenwoordig het hostgedeelte van het IP -adres.
2. bitgewijze en bediening: Het systeem voert een bitwise en werking uit tussen het IP -adres en het subnetmasker. Deze bewerking vergelijkt elk overeenkomstig bit van beide getallen. Als beide bits 1 zijn, is het resultaat 1; Anders is het 0.
3. Netwerk- en hostidentificatie: Het resultaat van de bitwise en de bewerking is het netwerkadres. Om het hostadres te vinden, trekt u het netwerkadres af van het oorspronkelijke IP -adres.
Voorbeeld:
Laten we zeggen dat we een IP -adres hebben van 192.168.1.100 en een subnetmasker van 255.255.255.0 .
* IP -adres: 192.168.1.100 (in binair:11000000.10101000.00000001.01100100)
* Subnetmasker: 255.255.255.0 (in binair:11111111.11111111.111111111.00000000)
bitwise en bediening:
`` `
11000000.10101000.00000001.01100100 (IP -adres)
11111111.11111111.11111111.00000000 (subnetmasker)
---------------------------------------------
11000000.10101000.00000001.00000000 (netwerkadres)
`` `
* Netwerkadres: 192.168.1.0
* Hostadres: 192.168.1.100 - 192.168.1.0 =0.0.0.100
Daarom 192.168.1.0 vertegenwoordigt het netwerk, en 0.0.0.100 vertegenwoordigt de host binnen dat netwerk.
Sleutelpunten:
* Het subnetmasker bepaalt hoeveel bits worden gebruikt voor het netwerk- en hostgedeelten.
* Verschillende subnetmaskers leiden naar verschillende netwerkgroottes en het aantal mogelijke hosts.
* Netwerkbeheerders configureren subnetmaskers om netwerken efficiënt te verdelen en netwerkbronnen te beheren. |